Het natte voorjaar van 2024 heeft een negatieve invloed gehad om het broedsucces van de Gekraagde Roodstaart. Dit blijkt uit een analyse van de nestkastcontroles van ecologisch onderzoeksbureau Altenburg & Wymenga.
Er waren 10 procent minder broedterritoria en het aantal bezette nestkasten was lager van ooit. Ecoloog Ernst Oosterveld stelt dat 2024 het slechtste jaar was voor de vogels sinds het begin van de nestkastcontroles in 2024.
De Gekraagde Roostaart is in de NFW een indicatorsoort voor de biodiversiteit aan broedvogels en een graadmeter voor het landschapsonderhoud door boeren.
Het slechte jaar heeft vermoedelijk niet te maken met het beheer, maar met het uitzonderlijk natte voorjaar. Daardoor waren er minder insecten actief en konden de roodstaarten moeilijker aan voedsel komen. Het gevolg hiervan is dat er minder vogels tot broeden kwamen.
Het broedsucces was ook laag. In slechts 50 procent van de nesten vlogen jongen uit, waar dit gemiddeld zo’n 75 procent is. Daardoor kwamen minder vogels tot broeden. Bovendien was het broedsucces bijzonder laag.
Op basis van camerabeelden kon worden gekeken waarmee de jongeren werden gevoed. De belangrijkste prooien voor de jongen waren rupsen van nachtvlinders, gevolgd door vliegen en muggen, bijen en wespen, kevers en spinnetjes.
Rupsen vormen de belangrijkste voedselbron. Ook in 2024 was dit het geval, hoewel de hoeveelheid die in de houtwallen in Eastermar werd gevoerd aan de jongen, behoorlijk minder was dan voorgaande jaren waardoor de jongen minder goed groeiden.
Meer lezen over de gekraagde roodstaart kan via onderstaande links:
Vogels in singel en wal|Wanneer is het tijd om terug te keren naar de Noardlike Fryske Wâlden?
Vogels in singel en wal (2) | Wat maakt het coulisselandschap zo aantrekkelijk voor broedvogels?
Vogels in singel en wal (3) | De roodstaart is kieskeurig als het gaat om broedterrein
Twaalf jaar onderzoek naar de gekraagde roodstaart: Ernst Oosterveld deelt z’n kennis met NFW