Binnenkort strijken de weidevogels, zoals de grutto, kievit, scholekster en tureluur, weer in Friesland neer om te broeden. Om het broedseizoen zo optimaal mogelijk te laten verlopen, voeren de leden van vereniging Noardlike Fryske Wâlden diverse maatregelen uit om de kuikens van zoveel mogelijk voedsel (insecten) en beschutting te voorzien. Het weidevogelbeheer beperkt de boeren in hun agrarische bedrijfsvoering. Ter compensatie hiervan, ontvangen de boeren een beheervergoeding waardoor ze gebonden zijn aan bepaalde beheervoorwaarden. Deze beheervoorwaarden zorgen ervoor dat zij bij wisselende weersomstandigheden niet altijd de meest gunstige maatregelen voor de weidevogels kunnen nemen. De vereniging Noardlike Fryske Wâlden pleit dan ook voor meer flexibiliteit in de regelgeving om met maatwerk nog meer broedsucces te behalen.
Plasdras
Bijna 50 boeren in Noordoost-Friesland, het werkgebied van de vereniging, hebben de afgelopen weken water uit de sloten op het weiland gepompt waarmee het land 5-15 cm onder water komt te staan (plasdras). Hierdoor ontstaat een weke bodem waar weidevogels makkelijker hun voedsel zoals insecten, larven en wormen uit kunnen halen. Volgens de beheervoorwaarden mag een (deel van een) weiland maar een beperkte periode onder water staan.
Uitgestelde maaidatum
Een andere maatregel is de uitgestelde maaidatum. Als er in de zomer nesten en/of kuikens zijn waargenomen dan mag de boer het perceel niet in om het gras te maaien. Zo wordt er een rustperiode ingelast en hebben de kuikens meer kans om veilig op te groeien.
Albert van der Ploeg, voorzitter vereniging Noardlike Fryske Wâlden:
‘In beide gevallen gaat het om vastgestelde data die onvoldoende rekening houden met de weersomstandigheden die afgelopen jaren erg variabel zijn. Als het gras bijvoorbeeld langer doorgroeit dan kunnen kuikens niet meer bij de insecten. Het zou dan mogelijk moeten zijn om een klein deel van het land wél te mogen maaien zodat er meer insecten, en dus meer voedsel voor de kuikens, aanwezig zijn. Weidevogelkuikens houden van variatie.
Als er nog laat in het voorjaar kuikens in het weiland zijn dan is het belangrijk om langer een plasdras in stand te kunnen houden.
Als de boer zich niet aan de vastgestelde data houdt dan is hij in overtreding en riskeert hij een boete. Meer flexibiliteit in de beheerpakketten is dus gewenst.’
De vereniging Noardlike Fryske Wâlden bespreekt met de betrokken overheidsorganisaties hoe er meer flexibiliteit in de beheerpakketten is te realiseren.