Het landschapsbeheer vindt plaats op 230 hectare elzensingels en de voor het gebied zo karakteristieke dykswâlen (hoge houtwallen). Hierbij wordt uitgegaan van de beheervoorschriften zoals die staan beschreven in de Veldgids Landschapselementen Noardlike Fryske Wâlden. Deze zijn specifiek gericht op een goede leefomgeving voor bosvogels die broeden in het gebied en om de kwaliteit van het landschap vitaal te houden. De variatie in begroeiing is belangrijk voor de biodiversiteit.
De beheerders van de vereniging zorgen ervoor dat de karakteristieke boomwallen dichtbegroeid blijven met een gevarieerde kruid- en struiklaag eronder. Hiervoor plaatsen zij een draad om de elzensingels en houtwallen zodat het vee niet bij de bomen kan. Ieder jaar worden kleine takken en bijvoorbeeld bramenstruiken gesnoeid. Om de 7 jaar worden grotere, overhangende takken afgezaagd zodat andere soorten meer ruimte krijgen.
Om de landschapselementen vitaal te houden is voor de elzensingels één keer in de 21 jaar en voor houtwallen één keer in de 25 jaar volledige kap (afzetting) nodig. De afgezaagde landschapselementen lopen zo weer opnieuw uit en ontwikkelen zich snel tot dichte houtwallen. De oude bomen of bomen van een bijzonder soort blijven gewoon staan. Dit beheer wordt in de periode van 1 oktober tot 15 maart uitgevoerd. De Amerikaanse vogelkers, de Japanse duizendknoop, de ratelpopulier en de berenklauw zijn soorten die niet thuishoren in de Noardlike Fryske Wâlden. Lees hier meer over het bestrijden van deze soorten.
Bekijk hieronder de film over landschapsbeheer door leden van de NFW:
Meer informatie over de beheerpakketten vindt u onder Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb).